zaterdag 31 maart 2012

Van Big Brother naar Soul Sister

Vanaf het moment dat ik tweets de ether in ben gaan sturen en twitteraars ben gaan volgen, zijn er deuren opgegaan die dicht waren gebleven als ik dat niet had gedaan. Een wat omslachtige manier om aan te geven dat Twitter voor mij een blik-verruimende sociale media is. Ik volg mensen of organisaties die ik van belang hecht voor mijn onderzoeksinnovatie-opdracht voor de Master Leren en Innoveren en elke dag word ik door hen gevoed met nieuwe informatie, getriggerd om door te zoeken op een link, uitgedaagd te retweeten. Daarnaast wil ik zelf minimaal 1 tweet per dag de deur uitdoen met een wetenswaardigheid. Dit laatste is niet altijd makkelijk, ik stuur wel eens een tweet weg waarvan ik achteraf denk, tja wat is nu zo interessant aan deze tweet? En de neiging om de tweet te verwijderen ligt dan op de loer. En aan de andere kant geeft het een boost als jouw tweet wordt geretweed. Iemand vindt de tweet interessant!
Geretweed door Niel
van Meeuwen
Er is echter 1 maar bij dit verhaal en dat is de onzin van Twitter. Veel mensen gebruiken Twitter om al hun gedachten met andere te delen. Van 'ik heb vannacht lekker geslapen' tot 'balen de bakker is gesloten'. Info waar ik niet op zit te wachten. Dus de keuze is gemaakt die twitteraars volg ik niet. Ook het Big Brother is watching verhaal vind ik onzin. Ja als je nu mijn naam googled dan kun je op mijn twitter account meekijken. Ik weet dat en houd daar rekening mee in mijn tweets. Google heeft namelijk een historie. Ik ervaar Twitter als een Soul Sister, een hulpmiddel waar ik nieuwe informatie haal en breng.
Ik vind de stelling dat Twitter een Big Brother is overdreven, je hebt als gebruiker de eigen privacy in de hand en de delete knop zit er niet voor niets. Pluk de vruchten van dit medium!!

zondag 11 maart 2012

Curiosity that Sticks

In het tweede deel van het college van Robert-Jan Simons ging het over Hoe houden/krijgen/blijven de jong volwassenen die wij onderwijzen nieuwsgierig?
Het rijtje van van de gebroeders Heat (6 principes van communicatie wetenschap) kun je daar bij gebruiken (uit Teaching that Sticks):

  1. Houd het simpel
  2. Gebruik het onverwachte
  3. Visualiseer
  4. Suggereer geloofwaardigheid
  5. Gebruik emoties
  6. Vertel verhalen 
Linda Luchtman eindigde haar presentatie in de avond (Brein&Leren) ook met een dergelijk rijtje zij noemt het de VAKI:  V=Visueel, A=Auditief, K= Kinetisch en I= Intellectueel

Simons had nog een rijtje die uit het boek The Power of learning van Klas Mellander komt. Deze auteur geeft aan dat uit de hoek van de reclame- en filmwetenschap en de Rehotorica geschreven is over dit onderwerp, hoe krijg en houd je de student bij de les. Mellander schrijft:

  Begin aan het einde. Laat het totale plaatje zien. 
Bouw spanning op. Schrap al het overbodige (twee-derde). Zet leerlingen aan het denken. Leg relaties met toepassingen. Gebruik het in- en uitzoomen.
         
 Het gedeelte waarbij meneer Simons verteld over het gebruik van social media en veranderbaarheid komt op een ander moment terug. Voor nu houd ik het hierbij, zoals gezegd het college van meneer Simons was lang en traditioneel. Ik ben niet van mijn stoel gekomen dan alleen maar voor de koffie. Het is dat het zo interessant was maar heel stiekem borrelt de volgende zin wel naar boven;  meneer Simons, teach what you preach!! Hoe anders ging het in de avond bij het college van Linda Luchtman! Van 7 tot 9 na een intensieve masterdag kreeg zij de groep aan de stoelendans, aan het quizzen, aan het zingen en aan het kennis opdoen over het brein met als doel: Krijg het zweet op de juiste rug!


Jammer Alie, Anita heeft de
stoelendans gewonnen!

zaterdag 10 maart 2012

Ik ben een architect

Vrijdag 9 maart een college van Robert-Jan Simons over sociaal leren. Het was een lang college waarin in de 1e helft verschillende theorieën over kennis behandeld zijn waarbij Simons de nadruk blijft leggen op het belang van samen leren, samen tot kennis constructie en waarbij je als innovator de evaluatieve kennisopvatting uitdraagt; dat het gaat om in dialoog tot gedeelde waarheden te komen.
In de 2e helft vertelde Simons over het nieuwsgierige kind of eerlijk gezegd over het afgeleerd-nieuwsgierig-te-zijn kind. Later meer.
Het volgende schema van Rutger van Santen over het verschil tussen ontdekken, uitvinden en ontwerpen is interessant. Simons wil hiermee de verbinding aangeven tussen expliciete kennis en impliciete 'ervarings' kennis.

Voordrachten

Opening Academisch Jaar 2003/2004
Technische Universiteit Eindhoven
Ik heb hiervoor het originele plaatje uit betreffende stuk van van Santen gehaald omdat de triangel van Simons mij in de war bracht (en ook niet helemaal klopte). Het plaatje illustreert hoe van Santen het functioneren van de ingenieur ziet, hij was immers rector magnificus aan de Technische Universiteit in Eindhoven. En zoals Simons het vertelde: De ontdekkingen (bijvoorbeeld een nieuwe theorie) ontstaat uit expliciete kennis (uit theorievorming en onderzoek) en het uitvinden (bijvoorbeeld een nieuwe techniek) is de impliciete ervarings kennis (opgedaan in de praktijk, de empirie), het ontwerp (het tastbare) is de realisatie van die ontdekking of die uitvinding. En van Santen zegt: Een goed ontwerp vereist voorstellings- en integratievermogen. Of te wel imagination en integration.

Helpt imagination leren of toch niet? Ik denk van wel maar om tot het beste resultaat te komen zal elke poot van de triangel een plek moeten hebben in het leren. Dus dan kan imaginair leren niet zonder formeel en informeel leren (beetje kort door de bocht).
Ontwerpen is een activiteit waarbij het verwerven van kennis en het gebruik in elkaars verlengde liggen. Simons geeft aan dat de dialoog met je collega's moet gaan over de verbindingen tussen die poten.
Van Santen vindt dat dit model het beste past bij een architect. En dat klopt ook voor de situatie van de innovator. Ik als innovator ben de architect van een nieuw onderwijs, waarbij ik de verbinding leg tussen dat wat ik met feiten onderbouw, dat wat ik in de praktijk leer en dat wat ik middels voorstelling ontwerp.

Het 1e CGG (criterium gericht gesprek)

Op maandag 5 maart heb ik de laatste hindernis waar ik invloed op heb om het thema teamontwikkeling van de master af te sluiten, genomen. De eerste 5 credits zijn bijna binnen (ECTS= European Credit Transfer System), het advies van Joan de studiecoach moet nu nog naar de examencommissie, ik heb er echter een goed gevoel over. erecht? In dit Blog beschrijf ik kort het gesprek
Aan de hand van een Prezi onderverdeeld in de 5 Dublin Descriptoren heb ik mijn proces van  kennisontwikkeling laten zien.
http://prezi.com/lmnfsnqhnmm1/ccg-1/
Joan reageerde tussendoor op dat wat ik vertelde, dus feitelijk was mijn intro gelijk de opzet voor het hele gesprek. Het gesprek heb ik opgenomen via de voicerecorder en geplaatst in de dropbox. Ik zal een aantal opmerkingen/vragen van Joan hier noteren:
-Waar zit je nu qua niveau als je DD 1 bij de kop pakt?
-En hoe kijk ik naar mijn rol in het team?
-Wat is nu precies het belang dat ik uitdraag bij het hanteren en het hebben van een visie? Joan vraagt specifiek naar de literatuur die mij hierbij geholpen heeft.
-Joan is onder de indruk van wat ik allemaal lees en wat ik daarmee doe (Blog, Twitter etc) en vraagt mij naar de functie/rol hierbij?

Op een gegeven moment vertel ik over de feedback van Hennie dat ik ook opzoek moet/kan naar tegen verhalen, de artikelen die een ander geluid laten horen dan allen positief. Ik antwoord letterlijk:  'Ik ben opzoek naar bewijs voor dat waarin ik in geloof'. En daarna reageer ik dat ik ook wel vindt dat tegenbewijs geleverd kan worden (zie Blog Educatieve toepassingen van web 2.0 like or unlike deel 2, alwaar ik dat doe). Echter nu nadat dit onderwerp iets gedaald is kom ik tot een soort van; 'maar wacht even gevoel'. Dat opzoek gaan naar positieve verhalen daar ligt mijn kracht, een vorm van sterke punten benadering. Ik wil dat wel vasthouden.
-Na aanleiding van dd 4 (communicatie) heb ik veel verteld over hoe ik dat aanpak en dat ik investeer in het contact met de critical friends ook vanuit het idee dat zij onderdeel kunnen worden (en al zijn) van een guiding coalition.
-Joan vraagt na welke leervaardigheden ik bezit. Hoe stuur je het eigen leren aan? Joan leest daar te weinig over in het portfolio. Dit is een issue waar ik zeker mee meer kan, bijv. hoe reflecteer ik, op welke manier stel ik doelen en wat vind ik hiervan, hoe lees ik een tekst etc etc.
-Joan vraagt na hoe het werkt met betrekking tot het vasthouden van mijn beliefs. Waarom heb ik het gevoel mijn gedachten of opvattingen te moeten verdedigen? Waarom ben ik in de denkgewoonten-scan 'achteruit gegaan' ipv vooruit. This puzzles me! Ik doe zoveel maar neem de tijd om te reflecteren, wat zijn mijn gedachten over wat ik lees. Reflecteren op het proces en niet alleen op inhoud, levert het bijhouden van het Blog mij genoeg op. Joan zegt: Wanneer je een gesprek voert waarbij  je in de verdediging schiet (omdat je denkt dat je je moet verdedigen wat een aanname is) nu eens omzet naar een dialoog waarbij de mening
van de ander er ook toe doet, misschien helpt dat?! Selecteren van informatie is juist nodig om te reflecteren waar sta je nu en wat is je niveau. Tip van Joan: Volgende keer, meer diepgang proberen te krijgen in het portfolio door bijv. de indicatoren uit te werken van de dd's en dit met voorbeelden illustreren.
Joan geeft mij een positief gevoel over hoe het gesprek verlopen is echter ik moet het advies van de examencommissie afwachten voordat ik echt kan zeggen; die eerste 5 ECTS'en zijn binnen op naar de 60!!

zaterdag 3 maart 2012

Rondetafelgesprek met critical friends

Vrijdagavond 2 maart heeft een eerste rondetafelgesprek plaats gevonden met mijn critical friends Maaike en Paul, beide collega's van de School voor Gezondheidszorg van het ROCASA te Utrecht.
In restaurant Luden in Utrecht heeft tussen 6 en 10 uur een levendig gesprek plaatsgevonden over onderwijs, wetenschap, samenwerking etc. Dit onder het genot van eten en drank, wellicht kan ik het beter dine&wine&dialogue noemen.
In het kort introduceer ik mijn collega's;
Paul is docent anatomie, fysiologie en pathologie. Paul heeft een duidelijke visie op onderwijs (ict, wetenschap) en kent alle neuromythen!
Maaike is docent verpleegkunde en bevlogen met alles rond web 2.0., appreciative inquiry en breinleren. Goed gezelschap dus!
Paul en Maaike spreek ik regelmatig op het werk over de master echter dat is altijd even tussendoor en snel. Daarom hebben we ervoor gekozen op deze wijze eens goed met elkaar te praten.
Na een kort inleiding van mij over waar ik nu mee bezig ben op de master zijn we aan de hand van 10 stellingen de dialoog aangegaan, waarbij ik met mijn smartphone het gesprek heb opgenomen.
En volledige verslaglegging van dit gesprek is niet prettig voor een Blog (te uitgebreid), ik beperk mij tot een aantal highlihts:

Stelling 1: Het onderwijs wat gegeven wordt op de School voor Gezondheidszorg is kwalitatief goed onderwijs.
Nee, unaniem zijn we het er over eens dat we dit niet zo ervaren, een groot manco is het gegeven dat ons onderwijs niet aansluit op de leefwereld van onze studenten. Er valt winst te behalen alle thema's eens naast elkaar te legen en opzoek te gaan naar de intergratie van onderwerpen, ondanks dat we bij het ontwerpen van dit curriculum deze insteek heel belangrijk vonden, het heeft toch anders uitgepakt.
De integratie theorie en praktijk (stage, werkveld) hoort hier ook bij.

Stellig 2: Toepassingen van Web 2.0 (zoals bijvoorbeeld Twitter) hebben geen toegevoegde waarde in het onderwijs op de SvG.
Zonder precies te weten of toepassingen van web 2.0 nu beter zijn dan de 'ouderwetse' middelen vinden we het is zo'n belangrijk onderdeel in het leven van onze doelgroep dat we het niet naast ons neer kunnen leggen.
In het gesprek zijn de volgende educatieve toepassingen gepasseerd; peer tutoring, samenwerkend- en zelfgestuurd leren. We komen er op uit dat uitdagend onderwijs waarbij de nieuwsgierigheid van de student geprikkeld wordt plaatsvindt met de mogelijkheden van web 2.0.
Onder de link een voorbeeld van een mogelijkheid welke Paul aanspreekt, het scherm doet dienst als een zwart schoolbord, dat de docent al pratend volschrijft. Hij gebruikt een digitaal tablet met bijbehorende pen, en gratis software. 

http://weblogs.nrc.nl/bekijks/2012/02/22/sal-khan-leert-u-alles-met-zijn-3000-videos/

Stel je legt de werking van het hart op deze wijze uit, de student bereidt dit thuis voor door het filmpje te bekijken en tijdens de les loopt de docent de studenten langs. Docent geeft desgewenst uitleg, checkt de ongedane kennis en laat de student de opgedane kennis in een breder context plaatsen, dus feitelijk richt je op metacognities.

De vier vormen van leren zoals beschreven door Manon Ruijters in 'In Bloei trekken' (2011) worden gekoppeld aan bovenstaand voorbeeld, 2 vormen komen zowie zo aan bod, formeel leren en imaginair leren en als dan de student bijvoorbeeld de stof kan plaatsen in een nieuwe context dan kan informeel leren en intuitief leren ook plaatsvinden. Ik ben nu iets kort door de bocht!

Stelling 4: De student volgt een individuele opleiding het is te simpel te verwachten dat de student leert door samen te werken met studiegenoten.
De meningen zijn verdeeld over of de student het nu wel of niet leuk vindt samen te werken. Een kritisch punt is hierbij dat de student bij een groepsopdracht alleen beoordeeld wordt op het samen werken (=een peerassessment) echter ze hebben ook zelf een bijdrage geleverd en waarom dan ook niet een individuele toetsing? De coaching bij zo'n opdracht moet dan ook op de samenwerking gefocust zijn.

Stelling 8: De SvG onderscheid zich van andere MBO's verpleegkunde/verzorgende door continue een beroep te doen op het talent van de student.
Dit doen we te weinig, we doen vrijwel niks met talentontwikkeling, leren van succes. Dit vraagt ook van het team een andere manier van kijken en onderwijzen. Bij het vernieuwen van het curriculum willen we hier op inzetten misschien zelfs als leerlijn.
Hierna vindt er nog een boeiende discussie plaats tussen met name Paul en Maaike over de zin en onzin van breinleren. Ik kom terug op deze discussie in een ander Blog.

Ik sluit af met een tip van Paul (daar vroeg ik om) met betrekking tot het volgen van deze master.
Paul gaf aan dat ik het onderzoek niet bij mezelf moet houden, dat ik ook meeneem wat de rol van de docenten kan zijn bij het ontwikkelen en uitvoeren van social media in het onderwijs. Ik beaam dit, dit is denk ik de essentie van een innovator en ik schrijf hier het volgende over in mijn 1e deel van het onderzoekssinnovatie-portfolio:
Kotter (1996), van der Loo e.a. (2007) en Teune e.a. (2008) geven het belang aan van een guiding coalition. Ik sta nu op een punt waarbij ik als onderzoeker-innovator bemerk dat dit een belangrijk gegeven is. Ik ben het eens met van der Loo (2007) die schrijft dat het ontwaken van een visie bij één persoon kan beginnen echter het dragen van het proces van het komen tot een visie hangt wat mij betreft samen met anderen. Het valt mij op dat als ik niets verder onderneem wat betreft het uitwerken van de visie op onderwijs, niemand daar iets over zegt. Ik heb zelfs het idee dat het hele proces als een nachtkaars uit kan gaan. Ik moet opzoek naar anderen om een guiding coalition te vormen.
Dit is ook van toepassing op de onderzoekinnovatieopdracht.

Goed klaar, om 22.00 uur fietste ik terug naar huis, wat een spicy avond en dan heb ik het niet over het eten!!