Mensen die mij via Twitter volgen weten wellicht dat ik een hekel heb aan tweets waarin het woord verpleegster, verpleger, broeder of zuster wordt gebruikt als men het heeft over een verpleegkundige.
Ook bedrijven die afbeeldingen gebruiken waar een verpleegkundige op een traditionele manier wordt afgebeeld (witte jurk en wit kapje) krijgen via Twitter de wind van voren.
Wat is dat toch?
Sinds 1987 mag ik mij verpleegkundige noemen nadat ik het HBO-V diploma heb behaald. En vanaf het begin van de opleiding verbaas ik mij over het gebruik van verpleegster/verpleger/zuster/broeder.
Verpleegkundige is een wettelijk beschermde titel (1993), men mag zich geen verpleegkundige noemen zonder het diploma, behaald op niveau 4 (MBO) of niveau 5 (HBO).
Met het diploma registreert de net-verpleegkundige zich in het BIG-register en kan dan naast strafrechtelijk, arbeidsrechtelijk en burgerrechtelijk ook tuchtrechtelijk vervolgd worden. Dit geldt voor meer beroepen in de zorg, zoals arts, verloskundige en fysiotherapeut. De term verpleegkundige is in 1966 geïntroduceerd en is onzijdig in de zin dat zowel vrouwen als mannen deze titel kunnen dragen.
Waarom men nog steeds de woorden verpleegster/verpleger/zuster/broeder hanteert is een raadsel omdat de term verpleegkundige dus feitelijk bijna 50 jaar bestaat. Is het omdat het woord verpleging ook in omloop is? Zo wordt op 12 mei de dag van de verpleging gevierd en niet de dag van de verpleegkunde. Is het omdat er een romantisch beeld bestaat rond het woord verpleegster en is het woord verpleegkundige te klinisch? Is het omdat men het beroep associeert met een verpleegkundige in het algemeen ziekenhuis waar de patiënt nog regelmatig 'zuster' roept naar die vrouw in het witte uniform?
Ik kan er de vinger niet op leggen. Misschien ben ik er ook allergisch voor omdat ik zelf nooit als verpleegkundige in een wit uniform heb gewerkt. Ik werkte namelijk in de psychiatrie en ik liep daar rond in gewone kleding. In de psychiatrie word je niet aangesproken als zuster of broeder door de patiënten maar gewoon bij je voornaam. Dit verpersoonlijkt het werk dat je doet als verpleegkundige en dat vind ik belangrijk. Dit is een boodschap die ik meegeef aan de studenten verpleegkunde die ik les geef. Hiermee kan de student voorkomen dat zij/hij zuster of broeder wordt genoemd. Ik schrijf kan, want ik weet ook wel dat het voor een patiënt makkelijker is om zuster te zeggen tegen vrouwelijke verpleegkundigen of broeder tegen mannelijke verpleegkundigen dan al die verschillende namen te onthouden. Ai, is dat niet gewoon het probleem bij het vraagstuk zuster en broeder?
Het speelt zeker mee, maar dat geldt niet voor de woorden verpleegster en verpleger. Hoe dat tij gekeerd kan worden, ik weet het niet, er zullen nog wel wat frustratietweets door mij verzonden worden in de toekomst.
Dit blog is gestart op het moment dat ik een Master Leren en Innoveren ben gaan volgen in 2011. Aanvankelijk schreef ik alleen over de master, onderwijs en ICT. Het blog heette: D.I.P. (digital in progress). Nu schrijf ik nog steeds over het onderwijs maar niet alleen in combinatie met ICT en daarom is het tijd voor een nieuwe titel: WoordenSchat. Ik ben werkzaam als onderwijsontwikkelaar en docent bij de Utrechtse Zorgacademie van MBO Utrecht, een opleiding voor verpleging en verzorging.
vrijdag 2 januari 2015
Onderwijsmoment 2014
Onderstaand blog heb ik geschreven voor- en is gepubliceerd op onderwijsmoment.nl. Onderwijsmoment.nl is een initiatief van Karin Winters. Karin is benieuwd naar alle mooie onderwijsmomenten die opleiders in de praktijk van onderwijzen in 2014 hebben meegemaakt. Ruim 30 mensen staan met hun onderwijsmoment op de site!!
Waarom raakt mij dit en is het voor mij het onderwijsmoment van 2014?
De twee gezichten van het onderwijs. Inaugurele rede Prof. Dr. M.H.J. Wolbers
Pats!
Wat ben ik geraakt door de inaugurele rede van Maarten
Wolbers van 12 december 2014. Maarten Wolbers spreekt over de twee gezichten
van het onderwijs. Was het onderwijs aanvankelijk verantwoordelijk voor het
gelijktrekken van de sociale ongelijkheid tussen de lagere en de hogere
milieus, immers kinderen uit lagere milieus kregen de mogelijkheid om te gaan
studeren. Nu lijkt er een nieuwe sociale scheidslijn zich te ontwikkelen ten
gevolge van de onderwijsexpansie die zich in de afgelopen decennia heeft
voltrokken. Er is sprake van een diploma-inflatie waardoor de hoger opgeleiden
geen baan vinden op het niveau van hun opleiding en solliciteren op banen onder
hun niveau. De lager opgeleiden verliezen daarmee een kans op werk op hun
niveau.
Waarom raakt mij dit en is het voor mij het onderwijsmoment van 2014?
Niet omdat ik vind dat hiermee de kansen voor MBO‘ers die
door willen stromen naar het HBO verminderen.
Niet omdat ik vind dat de kans op werk voor MBO’ers kleiner
wordt door deze onderwijsexpansie.
Niet omdat ik denk dat HBO en universitair opgeleiden minder
uitdaging ervaren in het werk dat zij
op een lager niveau uitvoeren en wellicht daardoor minder goed werk leveren.
Maar omdat ik mij overgeleverd voel aan de beleidsmakers die
dit jaren geleden hebben bedacht. Ik kan wel naar een stok zoeken maar ik weet
niet wie ik ermee kan slaan. Beleid maken is moeilijk en de uitkomst is niet
altijd te voorspellen. Ooit diende dit beleid een nobel doel, maar the sky is
not the limit voor de MBO student, dat blijkt.
Laten we dan dit ook eens hardop zeggen tegen al die ouders
en MBO studenten die denken dat the sky wel de limit is.
We moeten deze verandering anders gaan benaderen. Hoe kan
het MBO zich manifesteren als een beroepsopleiding die de strijd aan kan met
het HBO?
Dit kan door de positie van de MBO student op de arbeidsmarkt
te verbeteren door vanaf lesdag 1 de MBO student midden in de
beroepsorganisatie te plaatsen, letterlijk. MBO onderwijs is contextrijk
onderwijs, daar ligt de kracht. De ‘school’ is ondersteunend aan die praktijk
en niet andersom. Bij BBL studenten is dit normaal, maar voor de BOL studenten
nog niet.
Dit kan door met de invoering van de nieuwe
kwalificatiedossiers keuzedelen te blijven ontwikkelen die inspringen op
veranderende omstandigheden in de gezondheidszorg.
En dit kan door vernieuwend beleid ten aanzien van de
zorgstructuur en het toepassen van ict in het onderwijs voor te blijven zetten.
Terug nu naar de inaugurele rede van Maarten Wolbers. Ik doe
de professor te kort door alleen dit onderdeel uit zijn rede te benoemen. Lees
de gehele rede en ervaar wat Maarten Wolbers vanuit zijn positie als
wetenschapper samen met anderen onderzoekt met als doel; goed onderwijs voor iedereen.De twee gezichten van het onderwijs. Inaugurele rede Prof. Dr. M.H.J. Wolbers
Abonneren op:
Posts (Atom)