zaterdag 28 april 2012

And the winner is:

Voor het thema didactiek ben ik aan het lezen over instructional design; 4C/ID-model, Romiszowski en andere modellen. Wat is het beste ontwerp om onderwijs vorm te geven te ontwerpen, wat is de plek van de docent, de plek van de lerende en al die andere die er mee te maken hebben of krijgen. Is het verstandig te vertrekken van een probleem of vanuit een behoeften of vanuit ........vul maar in. Natuurlijk als toekomstig onderzoeker en innovator moet ik allerlei verschillende modellen kennen, maar het is veel. Soms ook snap ik niet wat de schrijver/bedenker bedoelt, zo schrijft  Merril (2002) over een doelstellingenmatrix, presentatietaxonomie, gedrags- en inhoudsniveau, ik kan de samenhang niet gelijk pakken.
Het valt mij op dat ik de verschillende modellen al langs een denkbeeldige meetlat leg, ik vind het bijvoorbeeld belangrijk dat ik in het model geschreven wordt over het neerzetten van een krachtige leeromgeving (of in woorden van die strekking) dat duidelijk is dat met in dat model aandacht is voor kennis constructie. En ik houd van concrete duidelijke stappen, het ontwerp loopt van A naar B en niet via C. Twee ontwerpen spreken aan: 1. de opzet van het I D I, 2. het 4C/ID model en ik wil uitzoeken wat de rol is van webquest. De deskresearch is ook nog niet klaar, daarnaast hoop ik op KF ook nog ideeën op te doen. Dus: wordt vervolgd.

zondag 15 april 2012

Statistiek


Zaterdagmorgen 14 april, 3 uur aan de slag met statistiek bij het thema onderzoek met Joan. Statistiek het onderdeel van de master leren en innoveren waar ik niet hard voor loop, althans nog niet.  



Wikipedia: Statistiek is de wetenschap, de methodiek en de techniek van het verzamelen, bewerken, interpreteren en presenteren van gegevens. Het is een onderdeel van de wiskundeA. Slotboom: Statistiek is een getal dat volgens bepaalde regels wordt  berekend uit de steekproefgegevens. Dat kan gebruikt worden om een populatiewaarde te schatten, of om een hypothese te toetsen.
Joan zet ons aan het werk, prima de belangrijkste begrippen zijn opgezocht beschreven en gedeeld met de hele groep. Fijn dat een aantal mastergenoten zo goed in de materie zitten en met duidelijke voorbeelden komen: Wiranda met de dropjes (= standaarddeviatie), Harriet met de dobbelsteen (waarschijnlijkheid en kansberekening) en Jan M. met de snorrendoos (=boxplot) en de mediaan.
Fijn dat een aantal mastergenoten ook op mijn niveau zitten en zich regelmatig achter de oren krabbelen. Termen als correlatie, validiteit en regressie, de termen zijn bekend echter in een andere context. Goed, Joan gaf de tip om de online cursus van Dokter Stat te gaan volgen voor 7 euro 50. Lijkt mij een prima plan.
Ik realiseer mij dat ik de laatste tijd veel infografieken (infographics) bekijk een 'moderne' manier om data inzichtelijk te maken ipv bijv. een histogram. Het is een combinatie van tekst en beeld en veelal kleurrijk. Hieronder een voorbeeld met als inhoud waarom infographics IN zijn:
yune.nl

Denken in assessen

Deze Wordle is de productie van de eerste bijeenkomst didactiek van Tom van Oeffelt op vrijdag 13 april. In de ochtend na een korte opstart zijn eerst de 5 korte presentaties geweest van de verschillende expertgroepen. Ik heb met input van het groepje Assessment; Wat is dat?,  een ppt samengesteld. Vanuit de verschillende bronnen stonden wij stil bij die vraag en opmerkelijk genoeg kregen we als feedback terug van de gastspreker; Niek van Benthum: 'Okay maar wat is u de samenhang tussen die verschillende bronnen, dus wat is nu assessment'. Ai, ik kon het niet gelijk beantwoorden. Niek gaf als tip om een eigen werktheorie rond het begrip Assessment te formuleren. En dat is mijn goal voor de komende week welke ik in een note op KF zal plaatsen. Want eerlijk gezegd met alle informatie verzameld op deze intensieve dag kan ik nog niet 1, 2 ,3 een korte omschrijving geven van het begrip assessment. Wat ik wel weet (en dat heb ik ook gezegd) ik kan mij niet vinden in de werktheorie van Niek van Benthum omdat hij zo expliciet het leslokaal centraal zet. In de werktheorie die ik ga formuleren zal de krachtige leeromgeving centraal staan en dat is wat mij betreft niet het klaslokaal maar de praktijk. Niek gaf aan dat hij hiermee het assessment het klaslokaal in wil trekken, ja okay maar ik vind het klaslokaal en de activiteiten die daar plaats vinden niet de krachtigste   leeromgeving voor de student.
Ik ga ook nadenken over hoe Afl en Aol binnen de werkplek is vormgegeven waarbij ik ook zal nagaan of een balans is te vinden tussen summatief en formatief assessments:

1. assessment FOR learning en assessment OF learning:
Afl= het leren van de lerende student stimuleren, bijvoorbeeld door feedback te geven op het leerproces of door peer- en self-assessment toe te passen.
Aol= het meten van de leerprestaties, bijvoorbeeld het beoordelen van toetsen dit vast leggen van prestaties geeft een beeld van de student naar buiten toe.

2. Summative assessment en formative assessment:
Sa= vastleggen wat de student bereikt heeft na een bepaalde periode, selectief toetsend (niet altijd kwalificerend)
Fa= Op elk moment van het leerproces feedback geven aan de student
In onderstaand schema wordt de samen hang tussen beide gegeven:
Schema N. van Benthum


zondag 1 april 2012

Studiumoogstdag Onderwijsleerpsychologie

De tweede studiumoogstdag heeft plaatsgevonden. Het paper met de titel: Het nieuwsgierige moment, is ingeleverd bij Hanneke de Laat, themakerndocent onderwijsleerpsychologie. Nu eerst wachten of het paper, ontvankelijk verklaard wordt en zoja dan over 3 weken de uitslag.
Nico was de stalmeester van de dag en trapte af aan het begin van de ochtend met een warm welkom. De groepen presenteerde zichzelf met een pakkend zin, ik riep: "Nieuwsgierig hoe het denken in voorstellingen en beelden de student doet leren, kom met ons groepje mee". En 3 van de 10 gasten hebben bij ons plaats genomen.
Met de groep: 'Imaginair leren' bestaande uit Len, Jan M. en Nico hebben we de bijeenkomst van het studium gedaan. Aan de hand van  twee briefjes werd vooraf ingevuld: 1. Wat voor beeld heb je over imaginiar leren en 2. Als je straks de deur uit stapt wat wil je geleerd hebben of wat wil je te weten komen? In de dropbox: studiumoogstdagonderwijspsychologie zit wat film materiaal. Het was een zinnige bijeenkomst, waarbij alle uitkomsten op kaarten zijn vermeld en die uitspraken zijn gebruikt bij de grote evaluatie/nabespreking met de andere groepen. Zinnig omdat ondanks het vele gepraat wat al heeft plaats gevonden in de Skype sessies met de CoP, heb ik toch weer nieuwe dingen gehoord, zoals het denken in een andere dimensie! De gasten hadden moeite met het beetpakken van de materie, iets wat mij nu duidelijk is: Imaginair leren laat zich niet beetpakken! Het leerrendement is niet direct te 'toetsen' het is een proces van ontwikkeling.
DIALOOG
OPBRENGST

De volgende opbrengsten geef ik expliciet weer omdat ze pakkend zijn:
Imaginair leren = Regisseur van je eigen gedachten Kiezen uit scenario's Het onmogelijke in je hoofd fysiek mogelijk maken Vrijheid onbeperkte mogelijkheid Een andere dimensie


Na alle opbrengsten van de verschillende groepen zag ik de link tussen de groep imaginair leren en de groep brein en leren:
Jelle Jolles (2011) schrijft in Ellis en het verbreinen over het fenomeen verbreinen. Hier ligt die link met imaginair leren, want als je bijvoorbeeld met een student in gesprek gaat over de consequenties van zijn/haar gedrag en je laat de student daar een voorstelling van maken dan is de student aan het imaginair leren en aan het verbreinen. Immers de student kan de gevolgen van de actie nog niet overzien en heeft daar de hulp nodig van de docent (=verbreinen) en de docent doet dit door de student een voorstelling te laten maken in het hoofd van die situatie in de toekomst (=imaginair leren). En als de 'jonge' student aan het verbreinen is dan zet hij de prefrontale schors van het brein aan het werk, dat deel waar de beslissingen worden genomen, keuzes worden gemaakt en acties gepland. De netwerken worden verstevigd en verbindingen worden gelegd met andere delen van de hersenen.
Altijd leuk zo'n aha moment: