De vakantie is voorbij, de arbeid is gestart en volgende week vrijdag start het 2e masterjaar op de Stoas Hogeschool in Wageningen. Het is goed daar weer naar toe te gaan. Ik merk dat ik in een soort vacuüm zit er moet nodig lucht bij! Nee het is zeker niet zo dat ik niks gedaan heb in de afgelopen twee maanden, ik heb enkele blogs geschreven over het boek: Het Canon van het Leren en het boek PeopleSmart, ik ben actief geweest op Twitter en de Scoop.it pagina's en ik ben weer veel te weten gekomen over allerlei onderwerpen. Zo heb ik een stuk gelezen wat gepubliceerd staat op de site van LOOK (=wetenschappelijk centrum leraren onderzoek) dat gaat over het inzetten van critical friends en de omgekeerde leerweg (voorbeeld van de Waterfabriek in 's Hertogenbosch). Twee weken geleden heb ik de tweede versie van het paper onderwijsleerpsychologie ingeleverd dus die klus is ook geklaard. En ik ben 'actief' op het Knowledge Forum geweest.
Tot slot heb ik van de week het boekje; De kracht van gedachten, gelezen van Martijn Frijters (2011). Regelmatig slaakte ik een aha-zucht, zo duidelijk en doeltreffend wordt beschreven wat gedachten met je doen. Ik kan het boek zeker gebruiken bij het thema inter-persoonlijk wat volgende week vrijdag centraal staat op de Stoas. In het boek het plaatje van kunstenaar Sandro Del-Prete, waarbij na gelang de ervaringen die je in het leven hebt een verschillend beeld gezien wordt. Volwassenen zien het vrijende paar, kleine kinderen (die deze ervaring nog niet hebben) zien verschillende dolfijnen! In het boek geeft de schrijver advies over hoe je regie over jouw gedachten kunt krijgen, gedachten zijn namelijk lang niet altijd positief!
Nee, dat gevoel van vacuüm heeft te maken met samen met mastergenoten (zielsverwanten) weer in gesprek gaan. Waar staat iedereen, wat heeft zij of hij in de vakantie gedaan, hoe staat het met het onderzoek en nog belangrijker, ervaren zij ook die stress van wat het komend jaar allemaal nog moet gebeuren?! Die gesprekken gaan lucht geven, niet zozeer dus omdat er dan druk van de ketel gaat maar het gevoel dat ik niet alleen ben in deze spannende tijd, geeft lucht!
Ter afsluiting; vorige week donderdag was de startvergadering op het werk (de School voor Gezondheidszorg en de Gooise Zorgacademie) en ik was blij verbaasd zoveel collega's bij elkaar te zien. We zijn in het afgelopen jaar gegroeid met 8 nieuwe enthousiaste collega's die werk maken van het vak verpleging en verzorging. De teammanager van afdeling verpleegkunde en verzorging, had van te voren gevraagd of ik tijdens die vergadering wilde vertellen over het boek: Het Canon van het Leren, van Ruijters en Simons (2012). Zo heb ik verteld over het hoofdstuk van Luk Dewulf die het gedachtegoed van de psycholoog Csikszentmihaly beschrijft: het begrip flow. Ik eindigde met de woorden dat ik een ieder in het team het komende jaar af en toe een toestand van flow toe wens, individueel maar zeker ook in samenwerking met elkaar en met de studenten! En elk collega kan nu ook het boek inzien en lezen, op beide locaties staat een exemplaar op de boekenplank!
Dit blog is gestart op het moment dat ik een Master Leren en Innoveren ben gaan volgen in 2011. Aanvankelijk schreef ik alleen over de master, onderwijs en ICT. Het blog heette: D.I.P. (digital in progress). Nu schrijf ik nog steeds over het onderwijs maar niet alleen in combinatie met ICT en daarom is het tijd voor een nieuwe titel: WoordenSchat. Ik ben werkzaam als onderwijsontwikkelaar en docent bij de Utrechtse Zorgacademie van MBO Utrecht, een opleiding voor verpleging en verzorging.
woensdag 29 augustus 2012
vrijdag 17 augustus 2012
Canon van het leren I Afgunst (5)
Gedurende de vakantie heb ik een aantal hoofdstukken gelezen uit het boek Canon van het leren (Ruijters & Simons, 2012). Over hoofdstuk 1: Afgunst schrijf ik dit Blog omdat de schrijver Nicolas van Eek het begrip afgunst niet plaatst in de relatie tot leren maar in relatie tot afgunst die geprojecteerd kan worden op de opleider die voor een groep staat. Een situatie die ik zeker herken:
Zo heb ik ook wel voor een groep ervaren verzorgenden gestaan die mij het vuur na aan de schenen legde. Die door hun opmerkingen zoals; 'Wat is dat nu wat je verteld' en 'Dat kan toch echt niet in de praktijk zo plaatsvinden?', mij in een lastig parket brachten. Van Eek noemt dit een vorm van afgunst (broodnijd), die professional die aan de andere kant van het bureau zit heeft last van afgunst, last van het idee: 'Waarom staat zij mij dit te vertellen terwijl ik het ook zo goed weet!'
Zo heb ik ook wel voor een groep ervaren verzorgenden gestaan die mij het vuur na aan de schenen legde. Die door hun opmerkingen zoals; 'Wat is dat nu wat je verteld' en 'Dat kan toch echt niet in de praktijk zo plaatsvinden?', mij in een lastig parket brachten. Van Eek noemt dit een vorm van afgunst (broodnijd), die professional die aan de andere kant van het bureau zit heeft last van afgunst, last van het idee: 'Waarom staat zij mij dit te vertellen terwijl ik het ook zo goed weet!'
Van Eek haalt Melanie Klein (1882-1960) aan, een psychoanalytica die onderzoek heeft gedaan naar afgunst. Zij plaats het
fenomeen in een systemische en psychodynamnische context. En hij geeft aan dat
haar inzichten mij als professional kan helpen mijn weerbaarheid te versterken
en het groepsproces in goede banen kan leiden. Melanie Klein heeft veel innovatief onderzoek gedaan met
kinderen om zogenaamde envy attacks te kunnen verklaren. De Kleiniaanse theorie
over afgunst stelt dat dit een boos gevoel is dat een ander persoon iets begeerlijks bezit en ervan geniet en dat de afgunstige impuls bestaat uit het
willen afnemen of vernielen van dat begeerlijks iets. Het is een aangeboren
uitdrukking van destructieve impulsen en moeilijk te veranderen. Het voorbeeld
van het kind wat haar gevoelens van angst en woede projecteert juist op diegene
waar zij afhankelijk van is (en de meeste gevallen de moeder). Indien daarnaast
het tevens aangeboren fenomeen van dankbaarheid niet goed tot ontwikkeling komt
(dankbaarheid gevoeld voor de moeder) zal zich een kind ontwikkelen wat niet in
balans is.
Jaloezie is een vrijwel identieke emotie echter deze ontstaat
pas later als het kind jaloers is op de aandacht die de moeder moet delen met
anderen (vader, broers en zussen). De angst ontstaat bij het kind of er wel
genoeg liefde overblijft voor hem of haar. Deze emotie is grijpbaar en in
zekere zin ook begrijpbaar, afgunst is dat niet omdat juist dat wat wordt
aangeboden verworpen of zelfs vernietigd moet worden. Het wordt de ander niet
gegund en het maakt afgunst irrationeel, vaak onzichtbaar, subversief en beangstigend.
Van Eek beschrijft een vijftal kenmerken van afgunst:
- Afgunst maakt onderdeel uit van een relatie waarbij degene die de afgunst projecteert denkt dat die ander er beter voorstaat.
- Het behelst gevoelens van kwaadwilligheid en het verlangen de ander schade toe te brengen (of er getuige van zijn).
- Gevoelens van afgunst zijn vaak onbewust.
- De gevoelens van afgunst worden het meest ervaren in een relatie waar de een afhankelijk is van de ander.
- Afgunst is niet defensief maar net zoals haat en hebzucht, aanvallend en destructief van aard.
Een envy attack kan door een hele groep worden uitgevoerd
waarbij nieuwe leden meegenomen worden in dit proces. In een dergelijke groep
kan het leren op zich, doelwit zijn van een aanval van afgunst, immers de
lerende zijn afhankelijk van degene met ‘meer’ kennis.
“Het is niet gemakkelijk voor professionals om weer in de
leerstand te ‘kruipen’ zonder dat zij voelen dat ze tekort schieten of zonder
gezichtsverlies te ervaren. Dit ongemakkelijk en voor sommigen ondragelijk gevoel kan bij een individu of een groep een envy attack oproepen.”
Wat kun je doen om een envy attack te voorkomen:
Het is haast niet te voorkomen omdat afgunst bij de mens
zo’n fundamenteel onderdeel is van zijn psychodynamiek. Wellicht is het slim om
bij aanvang van de leersetting de deelnemers te betrekken bij de introductie,
door deze eventuele gevoelens van afgunst te benoemen (in een andere woorden!).
Er geen aandacht aan besteden kan tot gevolg hebben dat het toch ondergronds
gaat spelen.
Ga er in ieder geval niet in mee in de
afgunst ('het is vast een slechte les'), probeer juist de aanwezige kennis te benutten in de kennisoverdracht
die jij als opleider plaats laat vinden of juist laat plaatsvinden door de deelnemers. Dit zijn zeker bruikbare adviezen maar wat voor mij een eye-opener is, is dat zo'n voorbeeld die ik eerder beschreef vanuit de psychologie te verklaren is en niet zozeer te maken heeft met mij persoonlijk! Maar let wel dit is geen vrijbrief om alle feedback vanuit een groep op deze manier weg te zetten, vergewis je er van als opleider dat de kennis die je overdraagt up to date en toepasbaar is!
dinsdag 14 augustus 2012
PeopleSmart (Silberman, 2000)
PeopleSmart van Mel Silberman is een informatief doeboek over interpersoonlijke
intellegentie. Wanneer ben je PeopleSmart? Doe de test en leg de score langs
de norm van 100 punten (normale score) met een maximum van 150 punten. Wanneer je de 150 punten scoort dan ben je PeopleSmart (PS) en dan schrijft de auteur zeer positief: Keep it
up!
Ik scoor op de acht skills 'for getting PS': 109 punten, nog niet de perfecte score! Op twee skills scoor ik 'slechts' 10
punten bij Skill 2: Expressing yourself clearly en 11 punten bij Skill 3:
Asserting your needs. Op beide vlakken kan ik aan de slag. Het boek werkt aan
de hand van de volgende (simpele) methode:
want it, learn it, try it and live it |
Met andere woorden je moet gemotiveerd zijn een verandering
plaats te laten vinden, weten wat
deze skill precies inhoud, dan ga je met oefeningen aan de slag en leef je
vervolgens met de verandering die deze skill je heeft gebracht.
Laat ik de acht skills eens opsommen: 1,
Understanding people, 2. Expressing
yourself clearly, 3. Asserting your needs, 4. Exchanging feedback, 5.
Influencing others, 6. Resolving problems, 7. Being a team player en 8. Shifting gears.
Ik geef per skill een opmerkelijkheid:
Skill 1: Understanding people
Put the
speaker in the spotlight and don’t let your answer running. Hoe vaak
luister je niet naar de andere maar heb je al een antwoord klaar staan in je
hoofd of een anekdote van jezelf die je graag wilt vertellen. Nee; listen and observe, find the meaning behind
the words and interpreting behavior.
Skill 2:
Expresssing yourself clearly
'We sometimes resume people can read our minds', deze opmerking lijkt een open deur, echter de realiteit is anders. Maak de ander deelgenoot van dat wat je denkt, denk na voor
dat je het er uit gooit en spreek op het niveau van de luisteraar. En door te
vragen of de boodschap helder is kom je er achter of de ander nu daadwerkelijk
jouw gedachten heeft gelezen!!
Skill 3: Asserting your needs
Hoe word je assertief, de auteur geeft drie manieren. Eén is voor mij een eye-opener: 'Seperate your needs from your whishes'. Wat heb je nu
daadwerkelijk nodig in plaats dat wat je wenst? Bepaal je plaats en communiceer
over die positie, niet over je gevoelens.
Skill 4:
Exchanging feedback
'When we
exchange feedback in a caring and skillful way we open a window to the world'. Feedback kan je zoveel meer geven en de horizon verbreden.
Skill 5: Influencing others
'Being genuine', staat bij deze skill als een paal boven water:
Wees oprecht!
Skill 6: Revolving problems
'Go to the balcony', is een uitdrukking die staat voor: stap
even uit een conflict situatie, overzie de situatie, herschik je argumentatie
en ga dan terug. Het komen tot een win/win situatie is vaak de beste oplossing.
Skill 7: Being a team player
Bouw een klimaat van dialoog, kom vanuit daar tot
samenwerking, zet je ego opzij en ga voor het teambelang.
Skill 8: Shifting gears
Accepteer
de uitdaging en wees je er van bewust dat: 'Most off the problems are “between”
people rather than “within” people!!'
Wat brengt het boek mij nu concreet aan inzichten. Getting PeopleSmart is geen lastige klus, de try-it oefeningen zijn niet moeilijk, ik vraag mij zelfs af of ze tot een betere uitvoering van betreffende skill zullen leiden. Het boek geeft mij wel inzicht op welke skills ik mij kan focussen tijdens het komende thema Inter-Persoonlijk wat vanaf september gaat draaien op de Master Leren en Innoveren (skill 2 en 3). De perfecte score van 150 halen is zeker niet mijn doel (heb het idee dan de gehele dag met een Macleans-smile rond te lopen), maar ruimte voor verbetering is er zeker.
Aan de slag dus want: 'If you never budge, dont expect a push' (Malcom S. Forbes).
Abonneren op:
Posts (Atom)