zondag 23 oktober 2011

Kus de visie wakker deel 2

Zoals ik in het vorige BLOG bericht aangaf zou ik de tip van Joan (studiecoach) over het boek:  Kus de visie wakker gaan uitzoeken! En aldus gedaan, het boek besteld en ik heb het binnen 3 dagen in de herfstvakantie uitgelezen.


Kus de visie wakker
Hans van der Loo, Jeroen Geelhoed en Salem Samhoud
 (2007, 7e oplage 2011)
Wat een prettig leesbaar boek, de auteurs leggen continu verbindingen met dat wat ze schrijven en hoe dit bij bepaalde organisaties heeft uitgepakt, positieve processen maar zeker ook negatieve processen. Het belang van het komen tot een visie, het behouden van de visie en het meest belangrijke, het uitdragen van een visie wordt goed neergezet.
De heren schrijven vlot en duidelijk soms een beetje zweverig maar altijd weer komen ze met beide benen op de grond terug. Fijn ook dat het geen vertaald boek is en echt toepgespitst op Nederlandse organisaties al ontkomen ze niet aan voorbeelden uit het buitenland. Min punt voor mijn situatie is dat ze niet komen met voorbeelden van onderwijsorganisaties, wel uit de zorgsector.
En ik word wat kriebelig wanneer elke stap weer met een nieuwe (of oude) methode wordt benaderd zo passeren de volgende rijtjes de revue:
*de metafoor van de kus; luchtkus, vluchtige kus, vrienschapskus en gepassioneerde kus
*visie als vierluik; kernwaarden, hoger doel, gewaagd doel en kernkwaliteiten (gesamtkunstwerk)
*visievijandigheid en visievriendelijkheid, varianten en kenmerken
*de functies van een visie; betekenis, doelen, binding, energie en continue verbetering
*cultuur met 3 cultuurlagen, doen, denken en zijn en met 4 cultuurtypen; analystische-, betrokkenheids-, creatieve-, en daadkrachtcultuur
Etc.
Op mijn prezi account staat een samenvatting van het boek in een mindmap. Op onderstaande link kun je die bekijken:

http://prezi.com/yopdhzssicwl/copy-of-kus-de-visie-wakker-een-mindmap/?auth_key=5496d86ce356f382543f35f5ba1c0809c284c943

Op de website http://www.kusdevisiewakker.nl/ staat extra informatie over de auteurs, hun werkzaamheden en kun je een kus-quickscan maken. Via de info van de site heb ik ook de sites bezocht van Hans van der Loo (http://www.hansvanderloo.nl/) en de site van het adviesbureau van Salem Samhoud (&samhoud) op http://www.samhoud.com/.

Voor het mini-onderzoek dat ik ga uitvoeren in het team waar ik werkzaam ben, heb ik een opzet gemaakt opdat we in het team kunnen komen tot een visie toepgespitst op de situatie van de afdeling; verpleegkunde en verzorging. Ik heb hierbij gebruik gemaakt van het boek. Het boek onderbouwt met steekhoudende argumenten dat een organisatie niet zonder een visie kan. Iets wat ik al langer zelf ook ervaar in mijn huidige werksituatie en waar ik samen met mijn opdrachtgever tot de conclusie kwam:
zonder visie geen innovatie.

Het boek verwijst regelmatig naar andere theorieën en auteurs, zo komt stap 2 van John Kotter's stappenplan (Leading Change 1996) voor onderwijsvernieuwing ook voorbij. De uitleg die de auteurs geven aan stap 2, het vormen van een guiding coalition, heeft mij geholpen in het beantwoorden van de authentieke vraag voor het Thema Teamontwikkeling:

Hoe krijg ik als onderzoeker en innovator de informele organisatie (team) mee in het innovatietraject.
Deelvragen:
1. Wie is de informele organisatie?
2. Welke functie heeft een gezamenlijke visie op onderwijs in het innovatieproces?
Het mag duidelijk zijn dat het beantwoorden van de tweede deelvraag na het lezen van het boek Kus de visie wakker een eitje, dan wel peulenschil dan wel piece of cake was!!

Afsluitend een onliner uit het boek die mij aanspreekt vanwege de tegenstrijdige boodschap:

Geen visie ontwikkeling zonder gedoe!

woensdag 12 oktober 2011

Soorten praktijkonderzoek en ...........kus de visie wakker

Het tweede deel van de zaterdagochtend werd ingevuld met informatie van Lia en Joan over het mini-onderzoek, organisatie van KF en een kleine oefening.
Het was wederom een helder en concreet verhaal. Door het herhalen van alle informatie van de afgelopen tijd in relatie tot het Thema Onderzoek wordt dat wat je als student in de Master gaat doen steeds duidelijker. Herhaling beklijft, om maar eens een oude studievaardigheid er bij te halen. Oud in de zin van dat ik die nog ken van mijn HBO-V opleiding!!
De focus tot aan 5 november ligt op het mini-onderzoek, tussen nu en dan ga ik data verzamelen oftewel aan de slag met kernactiviteit:  Verzamelen.
DMplaza.be

Ik ga dit doen door aan de hand van een vragenlijst mijn collega's te vragen wat hun visie is op onderwijs en nog specifieker op het toepassen van vormen van online opleiden. Dit in het kader van blended learning.

Daarnaast heb ik het idee om aan de hand van een Toolbox (Maaike bedankt, je bent een critical 'meedenkende' friend) het dialoog aan te gaan met mijn collega's in een face2face situatie mbt het onderwerp zoals boven geschetst. Dit idee ga ik nog uitwerken.

Op KF kreeg ik een reactie van Joan op mijn mini-onderzoeksvoorstel dat ik een handig boek met stappenplan kan gebruiken voor het onderwerp visie ontwikkeling:


van der Loo, Geelhoed, Samhoud (2010)

Ik ga deze tip zeker verder uitzoeken!
Verder die ochtend zijn er nieuwe KF CoP's gevormd voor de view Thema Onderzoek en sloten we af met een kleine opdracht waar ieder voor zich heeft genoteerd welk type onderzoek hij/zij gaat uitvoeren en welke onderzoeksdesign daarbij gehanteerd wordt: 


De foto is niet scherp en zo zie ik dat wat ik daar genoteerd heb ook! Vooral het noteren van het onderzoeksdesign ging mij iets te snel daar zal ik nog verder over nadenken.

Zaterdag 8 oktober

Gastspreker Foeke van der Zee, auteur van het boek 'Methodologie voor onderzoek in de sociale wetenschappen', heeft de ochtend gevuld met een college over verschillende soort onderzoek. Dhr. van der Zee heeft ons meegenomen op een tocht waarbij hij de inhoud van zijn boek heeft uiteengezet.
Het vertrekpunt was de onderzoekskubus, ontwikkelt door dhr van der Zee:


MOAWEB.nl


Enkele opmerkingen die ik nav het lezen van het boek en het college van Dhr. van der Zee wil benoemen:
1. Een onderzoeker lost geen problemen op.
Een uitspraak die aan het einde van het college vragen opriep. Wij worden in deze Master opgeleid tot een onderzoeker/innovator. Met andere woorden een innovator kan wel in de postitie komen dat hij/zij een probleem moet oplossen? Hoe verhoudt dit zich tot elkaar? Die discussie ligt er nog.
2. Het kenmerk van een goede vraagstelling is: je kunt hem beantwoorden. Lijkt logisch maar is dat ook zo? Nu enkele dagen na het college denk ik;  'Ja dat is zo maar kom je daar soms niet achteraf pas achter?' Of is dat wat Dhr. van der Zee bedoelt?
3. Het verhaal over de onderzoekseenheeden vond ik duidelijk:
Bij 1 onderzoekseenheid spreek je over een casestudy, bij 2 tot 30 onderzoekseenheden spreek je van enkele en dat is een kwalitatief onderzoek  en bij 30 of meer, spreek je over vele onderzoekseenheden en dat is een kwantitatief onderzoek.
Tot zover de ochtendsessie met Dhr. van der Zee.


dinsdag 11 oktober 2011

CoP Thema Teamontwikkeling

Op vrijdag avond 7 oktober zijn nieuwe CoP's teamontwikkeling geformeerd op basis van ieders authentieke vraag en 3 keywords:  Mijn vraag is (nu):
Hoe krijg ik als onderzoeker en innovator de informele organisatie (team) mee in het innovatietraject.

En mijn keywords zijn:
veranderVISIE
onderwijsvernieuwing
leergemeenschappen

Samen met Edwin, Anita en Ine heb ik een nieuwe CoP teamontwikkeling gevormd. We hebben al onze authentieke vragen gebundeld in 1 gemeenschappelijke vraag:

Hoe kunnen wij een onderwijsteam cyclisch laten ontwikkelen waarbij de intrinsieke motivatie de drijfveer is tot constante vernieuwing.

Elk teamlid gaat 2 deelvragen uitwerken, deze staan genoteerd op de view van deze CoP op KF teamontwikkeling en worden daar beantwoord.
Mijn deelvragen zijn:

1. Wie is de informele organisatie?
2. Welke functie heeft een gezamelijke visie op onderwijs in een innovatieproces?

curverbox

Vrijdagmiddag 7 oktober de 2e bijeenkomst in de groep Thema onderzoek met studiecoaches Joan en Lia.
Aan de hand van het stuk Waarderen en toekennen studiepunten en Samenstelling onderzoek-innovatieportfolio leiden Joan en Lia ons door het soms nog wat ondoorzichtige bos van themapaper, studium, thesis, ECTS, WACKER, competenties en dublin/descriptoren. De focus ligt op de deadline van het themapaper teamontwikkeling, op 9 december moet die worden ingeleverd.....!
Joan benadrukt de functie van de:

curver webshop.nl
Een figuurlijke box waar je allerlei materiaal instopt; artikelen, foto's, recensies, feedback van critical friends, boeken, spellen, publicabel note etc. Heel veel van dit materiaal kun je gebruiken als bewijzen voor de verschillende papers die je moet schrijven maar ook voor je o.i.o..
Het bijhouden van een BLOG is in feite ook een soort curverbox.

Vrijdag 7 oktober Lerende individuen, Lerende organisaties

Bij aanvang van het college werden de groepen ingedeeld op de CoP van thema teamontwikkeling zoals er op KF (Knowledge Forum) de afgelopen maand kennis is gecreeërd. Naar aanleiding van deze maand 'oefenen' met kenniscreatie hebben we het volgende op een flap genoteerd:
1. Wat het resultaat was van deze CoP
2. Hoe het proces verlopen is
3. En wat zegt dit over de samenwerking op KF

Gedurende het doornemen van deze flappen werd het mij duidelijk dat we na deze dag weer opnieuw een CoP gaan samenstellen op grond van een gezamenlijke communityvraag. Dus er komt een einde van de samenwerking met Serge, Renate, Elske, Simone en Manfred, althans voor nu.
In de avond zijn deze nieuwe CoP's samengesteld, later meer hierover.

Weggeman 2007

Naar aanleiding van een PPT heeft Hennie in de morgen een college gegeven waar de volgende items indruk op mij hebben gemaakt of althans die mij aan het denken zetten. Ik leg daarbij ook de relatie met het gastcollege van Peter de Boer op vrijdagmiddag.
Bovenstaand grafiekje is een logisch plaatje, de docent als professional presteert het beste in de flow, de vraag is natuurlijk hoe kom je in die flow en hoe blijf je daar. Een kenmerk van een professional is dat hij of zij niet routinematig aan de slag gaat en blijft. Later op de dag bij de lezing van Peter de Boer kwam dit fenomeen; routine matig werken ook langs in zijn betoog over Professionaliseren, teamleren en leiderschap. Peter de Boer gaf aan dat 95%  van het werk uit routines bestaat. En dat als je gaat vernieuwen dan vraag je van jezelf om of een nieuwe routine aan te leren of om er één af te leren.
Is dat de keuze of zoals Hennie stelt nav de literatuur van Weggeman (2007) en Smetsers (2007) over kenmerken van een professional:

Innoverend of langzamerhand routinematig werkend

Ik heb bovenstaande op mijn eigen werksituatie losgelaten en ik dacht nou als er 1 niet op routine werkt dan ben ik dat wel. Niets is minder waar. Dezelfde middag heb ik in een rustig moment gebeld met een praktijkopleider van een student van mij. Ik wilde overleggen want het gaat niet goed met die meid op stage, las ik in mijn werkmail. Maar in dat verpleeghuis is de praktijkopleider niet verantwoordelijk voor het wel en wee van de studenten maar is wel verantwoordelijk voor het functioneren van de werkbegeleiders. Dus die moest ik dan ook bellen.  Ik was verbaasd en sputterde tegen maar nee ik had de verkeerde aan de lijn. Toen het gesprek was beeindigd dacht ik nou het moet niet gekker worden, ik doe altijd zaken met de praktijkopleider.
Echter later die dag viel het kwartje......wie denkt hier nu in routines??

Trouwens nog een routine die ik los moet laten: ten alle tijden mijn werkmail checken!!

Afsluitend aan deze ochtend waarin Hennie aan de hand van allerlei theorieen het leren van de professional centraal stelde wil ik nog 1 uitspraak noteren die mijns inziens raakvlakken heeft met bovenstaande:
In het boek Leren van Innoveren (Miedema en Stam 2010) wordt gesproken over succesfactoren bij innoveren. Een succesfactor is dat docenten oude opvattingen mee kunnen nemen naar de nieuwe situatie. En door mij vertaald; een routine is niet per definitie slecht maar moet wel in een nieuwe situatie in een andere jas passen.

Het college van Peter de Boer, lector keuzeprocessen aan het ROC West-Brabant, was een inspirerend college. Ik werd met name wakker geschud bij het verhaal over de verwaarloosde school (organisatie). Een school zonder leiding alwaar het team bezig is met survivallen en het toepassen van allerelei copingsmechanismen. Een team wat zich niet laat ringeloren en met de hakken in het zand gaat, een team waar geen vat op te krijgen is.
Een situatie die in geen manier te vergelijken is met een zelfsturend team, want daar is wel leiding met als belangrijke taak: ondersteuning geven aan het team.
Terugkijkend op mijn loopbaan denk ik dat ik eenmaal lid ben geweest van een verwaarloosd team op retour, met andere woorden ik pakte er nog een staartje van mee. Het verhaal van Peter de Boer over verwaarloosde organisaties heeft die ervaring in een ander daglicht gezet, het was voor leden van dat team een survival of the fittest!


zaterdag 1 oktober 2011

O.I.O. het oriënteren

Samen met mijn opdrachtgever, Gerard, heb ik gesproken over het nader omschrijven van de O.I.O.. Vooraf aan het daadwerkelijke onderzoek waarbij inzichtelijk wordt gemaakt op welke wijze blended learning en online opleiden een plek krijgen in het curriculum van de opleiding is eerst nog een ander stap te nemen.

Figuur: kernactiviteiten voor praktijkonderzoek uit Praktijkonderzoek in de school, van der Donk ea (2010)

Stap 1 Oriënteren
Gerard geeft aan dat er een eerste stap is die genomen moet worden om überhaupt met de o.i.o. verder te kunnen. De vraag voorafgaand is namelijk: Welke visie heeft de School voor Gezondheidszorg op blended learning of nog duidelijker gezegd op leren/onderwijs. Met andere woorden, wat is de basis van het onderzoek, waar vertrek ik uit. Als die visie niet scherp is en onderschreven door de betrokken partijen dan kom ik nergens met het onderzoek.
Hier ga ik mij de komende tijd op focussen en dat wordt tegelijkertijd het mini-onderzoek wat ik voor het Thema Onderzoek over 2 maanden af wil ronden. Ik zal daarbij gebruik gaan maken van het team collega's. Ik zal een interventie plaats laten vinden (specificaties volgen) waarbij het team mij gaat voeden met hun visie op leren/onderwijs. En ik ga literatuur verzamelen.
Ik kan wel zeggen dat het praktijkonderzoek gestart is of moet ik zeggen het actieonderzoek door docenten is gestart?
praktijkonderzoek in de school, van der Donk ea (2010)
onderwijs van eigen makelij, Ponte (2010)

Over bovenstaande typen onderzoeken wil ik met mijn studiecoach en op het KF (knowledge forum) met studiegenoten van gedachten gaan wisselen.

Critical Friends


Op mijn verjaardag afgelopen 11 september kreeg ik van het team deze kabouter en volgens 1 collega kon ik die de komende 2 jaar gebruiken om alles over de Master met hem te bespreken.
Bedankt team voor deze 1e critical friend!
Tijdens de 1e bijeenkomst op de STOAS met studiecoach Joan en de onderzoeks groep (9 september), had Joan het over het gebruik van een critical friend gedurende de Master. Dit naar aanleiding van haar vraag; 'Wie heb je nodig tijdens deze Master?'.
In de afgelopen weken heb ik nagedacht over wie mijn critical friends kunnen zijn. Ik las in het boek van Ponte, 'Onderwijs van eigen makelij' (2010) het volgende over het fenomeen critical friend:
'In de eerste plaats treden docenten zowel bij een indiviueel als gezamenlijk actieonderzoek in dialoog met collega's binnen of buiten de school. Deze collega's functioneren als critical friends, die door middel van vragen elkaar helpen bij het kritisch reflecteren op het eigen handelen. Deze kritische dialoog moet voorkomen dat reflectie leidt tot het bestendigen van inadequaat of ongewenst gedrag. De critical friends hoeven niet altijd betrokken te zijn bij de uitvoering van het actieonderzoek en ze hoeven ook geen deel uit maken van de situatie waarin het actieonderzoek plaatsvindt.' En verder op in het boek beschrijft de auteur de regels voor critical friends. 
Ik heb 2 collega's gevraagd een critical friend te worden.
De 1e collega is een collega waar ik meer dan 10 jaar mee samenwerk. Hij is op de hoogte van ICT ontwikkelingen, heeft o.a. Question Mark Perception als tool gebruikt en ingezet bij het AFP (anatomie, fysiologie en pathologie) onderwijs en hij kan issues voor mij vanuit een hele andere hoek belichten die altijd voor mij dan aanzetten tot nadenken.
En de 2e collega is net bij ons in het team, zeer enthousiast en nieuwsgierig en zij vertegenwoordigd voor mij een generatie die ik niet goed ken (20-30 jarige), die intensief gebruikt maakt van social media.
Daarnaast is mijn opdrachtgever feitelijk ook een critical friend omdat hij samen met mij kijkt naar de wijze waarop de O.I.O. het beste plaats kan vinden.
Ik ben nog aan het nadenken over het inzetten van een onderwijs onafhankelijke critical friend, iemand die vanuit een andere bril naar mijn o.i.o kijkt en het proces daarom heen en kritische vragen kan stellen.  


Het team en de Master

Op dinsdag 27 september heb ik in het teamoverleg op mijn werk de Master geintroduceerd. Natuurlijk is men op de hoogte dat ik een opleiding aan het volgen ben en ik vertel er regelmatig over maar tijdens het overleg heb ik aan de hand van een Prezi en 6 A's (Astrid, Aanleiding, Akkoord, Aanvang, Agenda en Accent) de Master nader uitgelegd. Op onderstaande link kun je deze Prezi uploaden en bekijken.
http://prezi.com/95p3ngizc8kv/present/?auth_key=cguuzto&follow=a.schat@asa.nl

Het doel van de presentatie was voor mij 2-ledig:
1. Ik wil aan mijn team duidelijk maken dat ik hen als team ook nodig heb bij deze Master doordat ik een o.i.o. (onderzoekinnovatieopdracht) uit ga voeren waarbij ik hen nodig heb. Ik ga met het team een commitment aan.
2. Ik wil het middel Prezi introduceren bij mijn collega's als presentatie-tool.
Beide is gelukt al kon ik door tijdgebrek niet achteraf met mijn collega's in gesprek gaan over de inhoud en startte de Prezi niet op bij het eerste punt!!
Dat laatste is maar weer het bewijs dat ik een presentatie klaar moet zetten voordat het uberhaupt aanvangt en even 'proefdraai'.
De reacties van de collega's waren positief, mijn punt mbt dat ik het team nodig heb bij deze Master is duidelijk overgekomen en men vond het een duidelijke presentatie.
En ik ga het werken met een Prezi als presentatie-tool, voor mijn collega's verder inhoud geven.